
Dunbekwulp (Numenius tenuirostris)
In 1875 schreef Bree: “In alle delen van Italië komt deze soort voor; maar terwijl het in de noordelijke delen slechts een zeldzame trekvogel is, is het in de centrale en zuidelijke delen een algemene verschijning en overwintert daar. Op Sicilië en Malta is het in die periode de meest voorkomende soort.”
In 2014, 140 jaar later, is de status als volgt: Aan het begin van de 19e eeuw werd de soort als zeer algemeen beschouwd, maar in de 20e eeuw was het al een zeldzame vogel geworden. Tegen het einde van die eeuw waren regelmatige waarnemingen volledig verdwenen. In 1994 werd de populatie geschat op slechts 50-270 individuen, maar het gebrek aan recente bevestigde waarnemingen suggereert dat het aantal nu onder de 50 vogels ligt.


Wat is er gebeurd? We weten het simpelweg niet. De broedgebieden zijn onbekend en de overwinteringsgebieden nauwelijks gedocumenteerd. De soort is berucht moeilijk te onderscheiden van Wulpen en Regenwulpen, wat de bescherming ervan zeer complex maakt.
Bedreigingen in het broedgebied zijn onbekend. Het belang van habitatverlies in de overwinteringsgebieden is onduidelijk. Historisch gezien was jacht een belangrijke factor en mogelijk de belangrijkste reden voor de achteruitgang. Na de initiële daling kan een verstoring van sociale gedragingen ervoor hebben gezorgd dat herstel werd verhinderd.
- De soort is sociaal en leeft in groepen. Kleine groepen kunnen moeite hebben om geschikte rustplaatsen te vinden tijdens de trek.
- Individuen kunnen zich aansluiten bij groepen Numenius arquata (Gewone Wulp) en daardoor naar ongeschikte overwinteringsgebieden worden geleid, wat de kans op voortplanting verkleint.
- De soort zou aanwezig kunnen zijn in landen als Irak en Iran, die om voor de hand liggende redenen moeilijk te bezoeken zijn.

De soort lijkt sterk op de Gewone Wulp en deelt dezelfde broedhabitat, voedselvoorkeuren en trekroutes. De voor de hand liggende vraag is waarom de Dunbekwulp niet overleefde, terwijl zijn nauw verwante soort dat wel deed.
Bree schreef in 1875:
- Ze leven soms in de buurt van stromend water, soms bij stilstaand water, maar zelden langs de zeekust.
- Opmerkelijk is dat de groepen dagelijks het water verlaten om zich te verspreiden over weilanden en ongecultiveerde velden, waar ze blijven totdat ze gedwongen worden terug te keren naar het water, aangezien ze veel drinken en vaak baden.
- Ze zijn zeer schuw. Hun vlees wordt in Italië als een delicatesse beschouwd.
- Hun gewoonten lijken op die van de Wulp. Ze leven op dezelfde lage graslanden, rivieroevers en kustgebieden.
- Ze voeden zich met wormen en insecten, rennen snel en vliegen in wijdverspreide formaties, waarbij ze tot grote hoogten stijgen en zich dan plotseling op de grond laten vallen, maar bij het minste vermoeden van gevaar opnieuw opvliegen.
Thorburn schreef in 1915:
- De soort bewoont moeraslanden, zowel open als bedekt met berkenbomen, en soms moerassen grenzend aan dennenbossen.
- Het nest wordt geplaatst op een grote heuvel of een klein droog eiland, vaak tussen de 10 en 15 meter breed.
- Volgens Mr. Ushakov nestelt de soort meestal in solitaire paren, soms naast Numenius arquata, maar lokale jagers melden dat ze ook in kolonies van enkele tientallen paren broeden.
- Het nest is slechts een ondiepe kuil in de grond, niet dieper dan 2,5 cm, spaarzaam bekleed met droog gras.
Van den Berg schreef in 1987:
- Het blijkt gemakkelijk te zijn om kleine, bleke Wulpen met korte snavels verkeerd te identificeren, vooral als er geen andere vogels aanwezig zijn voor een directe vergelijking.
- Dit betekent dat er in het verleden mogelijk meer Dunbekwulpen zijn gerapporteerd dan er werkelijk waren, in plaats van dat deze soort over het hoofd werd gezien.
- Vermoedelijk zijn er maar weinig Dunbekwulpen over het hoofd gezien, maar zijn er wel een aanzienlijk aantal verkeerd geïdentificeerd als Gewone Wulpen.
- Alleen als elke Marokkaanse waarneming uiterst zorgvuldig wordt geanalyseerd, kan er een realistisch beeld ontstaan van de aanwezigheid en habitatvoorkeuren van de Dunbekwulp in Marokko.

Waarom is de lokatie zo lastig vast te stellen?
- Dit was historisch gezien al een minder algemene soort, maar zijn broed- en trekhabitats zijn beter bekend. Toch kende deze soort een extreem snelle achteruitgang.
- De broedhabitat van de Dunbekwulp werd pas relatief laat in de 20e eeuw ontdekt.
- De soort migreert duizenden kilometers, gebruikt jaarlijks dezelfde tussenstops en bezoekt vergelijkbare kust- en moerasgebieden.
Tijdens de trek wordt de soort bedreigd door:
- Afname van geschikte voedselgebieden.
- Drainage van overwinteringsgebieden.
- Jacht. Elke vogelaar die in Zuid- of Centraal-Europa tijdens het jachtseizoen is geweest, kent de verwoestende combinatie van jagers, honden, geweren en alcohol. Dit is een grote bedreiging voor elke vogelsoort, maar vooral voor soorten met weinig genetische variatie.
- Verstoring van de sociale structuur. Kleine aantallen individuen kunnen hun migratie niet goed uitvoeren. Door hun sociale gedrag sluiten ze zich vaak aan bij Gewone Wulpen en belanden ze mogelijk in ongeschikte habitats.
De broedgebieden van de Dunbekwulp kunnen bovendien worden verstoord door:
- Aaseters en verwilderde dieren die de nesten leegroven.
- Introductie van nieuwe predatoren door menselijke nederzettingen.
- Concurrentie met veel algemenere soorten, zoals de Gewone Wulp en Grutto’s.
- Specifieke broedeisen zoals nabijheid van water, lage dichte vegetatie, temperatuur en ongestoorde gebieden, die door menselijke druk mogelijk niet meer beschikbaar zijn.
Bestaat de soort nog?
De soort werd in het 1996 actieplan omschreven als waarschijnlijk tammer dan zijn verwante soorten, maar de 19e-eeuwse observaties beschrijven juist een zeer schuwe en waakzame vogel. In november 2024 werd de soort wereldwijd als uitgestorven verklaard, met de laatste onweerlegbare waarneming van de Dunbekwulp in Marokko in februari 1995.
Vanaf maart 2025 is de status op de IUCN Rode Lijst nog niet bijgewerkt en blijft de soort geclassificeerd als kritiek bedreigd.