
Voor deze totemische vogel, de Grote Blauwe Toerako (Corythaeola cristata), geldt een voedselverbod binnen bepaalde clans. De leden van deze clans mogen dit dier niet eten, aangezien het bekendstaat als ngini-so (“verboden dingen”) of ngini-so-su (“verboden dingen voor ons”). Dit verbod symboliseert hun lidmaatschap van een specifieke clan. Volgens de overlevering zou iemand die toch dit verboden dier eet, zijn tanden verliezen.
Daarnaast zijn er andere vogels die worden vermeden en bekendstaan als ekoni. Het eten van deze vogels zou complicaties bij de bevalling kunnen veroorzaken of leiden tot misvormingen bij de pasgeborene. De Grote Blauwe Toerako en bepaalde roofvogelsoorten (nlukue) behoren tot deze groep van ekoni.
Bovendien mogen jonge ouders die nog nooit een kind hebben verloren geen drie soorten frankolijnen eten (endonbi, ekonbi en koryakorya). Deze worden ekusa-vogels genoemd en zouden, indien door zulke ouders gegeten, de dood van hun kind kunnen veroorzaken.
De Grote Blauwe Toerako en een vogel uit de Muscicapidae-familie, genaamd cheecheechee, worden beschouwd als de wachters van de okapi. Ze waarschuwen deze dieren voor gevaar:
- De Grote Blauwe Toerako doet dit door luid te roepen vanuit de boomtoppen boven de okapi’s.
- De cheecheechee maakt een luide, repetitieve “cheecheechee”-roep om het gevaar aan te kondigen.

Deze vogels spelen daarmee een bijzondere rol in de natuurlijke en spirituele wereld van de gemeenschap die deze overtuigingen in stand houdt.
ICHIKAWA, M. THE BIRDS AS INDICATORS OF THE INVISIBLE WORLD: ETHNO-ORNITHOLOGY OF THE MBUTI HUNTER-GATHERERS. African Study Monographs, Suppl. 25: 105 – 121, March 1998
